Per 1 januari 2020 is het nieuwe artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) in werking getreden. Wist jij dit? Dit artikel beschouwt zeer gevaarlijk rijgedrag, waarbij levensgevaar of zwaar lichamelijk letsel te duchten is, voortaan als misdrijf met een strafbedreiging van maximaal 2 jaar gevangenisstraf. Dit onderdeel wordt nu ook opgenomen in de vakopleidingen die BRUSECO verzorgt voor de rijinstructeurs, chauffeurs van hulpdiensten en voor taxi- en directiechauffeurs. Dit is een wettelijke verandering met gevolgen voor de verkeersdeelname voor iedere (beroepsmatige en particuliere) chauffeur.
De chauffeur van voorrangsvoertuigen heeft onder voorwaarden weliswaar vrijstellingen, maar als dit niet op de juiste wijze wordt toegepast, gaat deze dit nieuwe artikel 5A WVW meetellen. Dit artikel telt voortaan mee!
Het artikel moet daarmee een brugfunctie vormen tussen de artikelen 5 (gevaarlijk rijgedrag) en artikel 6 (zwaar letsel of dood door schuld) uit de WegenVerkeersWet. Tegelijkertijd wordt de maximale straf op artikel 5 WVW verhoogd en wijzigen enkele andere artikelen.
De invoering van dit artikel heeft niet alleen gevolgen binnen de verkeershandhaving, maar zeker ook voor de behandeling en afhandeling van verkeersongevallen. Dus als jij als chauffeur betrokken raakt bij een (dodelijk) ongeval, dan is artikel 5 A een nieuw artikel!
Tekst artikel 5a WVW:
- Het is eenieder verboden opzettelijk zich zodanig in het verkeer te gedragen
- Dat de verkeersregels in ernstige mate worden geschonden, indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
Als zodanige verkeersgedragingen kunnen de volgende gedragingen worden aangemerkt:
- Onvoldoende rechts houden op onoverzichtelijke plaatsen;
- Gevaarlijk inhalen;
- Negeren van een rood kruis;
- Over een vluchtstrook rijden waar dit niet is toegestaan;
- Inhalen voor of op een voetgangersoversteekplaats;
- Niet verlenen van voorrang;
- Overschrijden van de krachtens deze wet vastgestelde maximumsnelheid;
- Zeer dicht achter een ander voertuig rijden;
- Door rood licht rijden;
- Tegen de verkeersrichting inrijden;
- Tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden;
- Niet opvolgen van verkeersaanwijzingen van daartoe op grond van deze wet bevoegde personen;
- Overtreden van andere verkeersregels van soortgelijk belang als die onder a tot en met l genoemd.
- Bij de toepassing van het eerste lid wordt mede in aanmerking genomen de mate waarin de verdachte verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid.
Hierbij gelden de volgende aandachtspunten:
- Het moet gaan om een opzettelijke gedraging, waardoor de verkeersregels ernstig worden geschonden. Dus gaat het om een onverantwoordelijk en roekeloos rijgedrag, ook wanneer daardoor (nét) geen ongeval ontstaat;
- Door dat asociale en roekeloze gedrag moet duidelijk blijken dat daardoor levensgevaar dan wel gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander kan ontstaan;
- Door één enkele van de genoemde overtredingen, al dan niet bewust gepleegd, wordt niet meteen artikel 5a overtreden, het moet gaan om een combinatie van meerdere feiten die leiden tot roekeloos weggedrag en onaanvaardbaar risico. Die worden bepaald door de aard en het samenstel van alle gedragingen en de omstandigheden waaronder deze werden verricht en alle overige feitelijke omstandigheden van het geval;
- Voor wat betreft de handhaving is staandehouding het uitgangspunt; aangezien het een misdrijf betreft is artikel 165 WVW van toepassing (vordering kentekenhouder)
Andere wijzigingen in de wegenverkeerswetgeving die tegelijkertijd in werking treden:
Aan art. 175 lid 2 wordt toegevoegd:
“van roekeloosheid is in elk geval sprake als het gedrag tevens als een overtreding van artikel 5a, eerste lid, kan worden aangemerkt”.
Art. 175 lid 3 wijzigt in:
Indien de schuldige verkeerde in een toestand, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel, gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid, kunnen de in het eerste en tweede lid bepaalde gevangenisstraffen met de helft worden verhoogd.
De straffen op art. 5, een deel van art. 7, art. 8, art. 9 en art 107 lid 1 en 2 WVW worden verhoogd
Art. 67 lid 1 WvSv wordt aangepast, waarbij op art. 7 WVW in de gevallen dat dood, letsel of verlating van toepassing is, voorlopige hechtenis wordt toegelaten.
Wil je op de hoogte blijven van interessante ontwikkelingen binnen het beroep Chauffeur? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief de Onderweg
ChauffeurPRO © 2020